Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Geloofd zij de HEERE, uw God, Die behagen in u gehad heeft, om u op [7]Zijn troon, [8]den HEERE, uw God, tot een koning te zetten; overmits uw God Israel bemint, om hetzelve tot in eeuwigheid [9]op te richten, zo heeft Hij u tot een koning over hen gesteld, om recht en gerechtigheid te doen. 7. 1 Kon.10:9 staat, op den troon Israels. Zij verstaat dat de Israelieten Gods bijzonder volk en de koningen Gods stadhouders waren, vervolgens dat hij God in zijn regering voor zijn overste moest kennen en in zijn naam zijn volk rechtdoen. 8. Dat is, om hem in zulken koninklijken staat alzo te dienen dat zijn naam daardoor groot gemaakt werd. 9. Of, te bevestigen, of staande gehouden.